Geconsolideerd
Geconsolideerde balans per 31 december 2022
| (Voor resultaatbestemming) | ||||||||
| (Bedragen x € 1.000) | ||||||||
| 31 dec 2022 | 31 dec 2021 | |||||||
| ACTIVA | ||||||||
| Vaste activa | ||||||||
| Bedrijfsgebouwen | 54.854 | 57.317 | ||||||
| Terreinen | 532 | 532 | ||||||
| Inventaris | 7.713 | 7.218 | ||||||
| Vooruitbetaald op materiële vaste activa | 2.379 | 3.291 | ||||||
| Erfpacht | 3.599 | 3.778 | ||||||
| Materiële vaste activa | 69.078 | 72.137 | ||||||
| Aandeel in andere deelnemingen | 123 | 123 | ||||||
| Overige effecten | 1.025 | 1.208 | ||||||
| Financiële vaste activa | 1.148 | 1.331 | ||||||
| Vlottende activa | ||||||||
| Debiteuren | 467 | 424 | ||||||
| Belastingen en premies sociale verzekeringen te vorderen | 8 | 4 | ||||||
| Overige vorderingen | 4.318 | 1.218 | ||||||
| Vorderingen en overlopende activa | 4.793 | 1.646 | ||||||
| Rekeningen courant bank | 30.106 | 28.782 | ||||||
| Kasgelden | 21 | 31 | ||||||
| Liquide middelen | 30.127 | 28.812 | ||||||
| TOTAAL ACTIVA | 105.146 | 103.926 | ||||||
| PASSIVA | ||||||||
| Groepsvermogen | ||||||||
| Algemene reserve | 20.050 | 14.357 | ||||||
| Bestemmingsreserve (publiek) | 66.601 | 73.208 | ||||||
| Bestemmingsreserve (privaat) | 2.270 | 2.111 | ||||||
| Bestemmingsfonds (privaat) | 1.034 | 1.063 | ||||||
| Resultaat boekjaar | -1.141 | -783 | ||||||
| Eigen vermogen | 88.814 | 89.955 | ||||||
| Personeelsvoorzieningen | 2.057 | 2.201 | ||||||
| Voorzieningen | 2.057 | 2.201 | ||||||
| Vooruitontvangen bedragen | 5.572 | 3.782 | ||||||
| Schulden aan leveranciers en handelskredieten | 1.455 | 1.272 | ||||||
| Belastingen en premies sociale verzekeringen te betalen | 2.637 | 2.484 | ||||||
| Schulden ter zake van pensioenen | 766 | 720 | ||||||
| Overige schulden | 3.846 | 3.511 | ||||||
| Kortlopende schulden | 14.275 | 11.769 | ||||||
| TOTAAL PASSIVA | 105.146 | 103.926 |
Geconsolideerde staat van baten en lasten over 2022
| (Bedragen x € 1.000) | |||||||||||
| 2022 | Budget 2022 | 2021 | |||||||||
| Rijksbijdragen | 74.357 | 71.830 | 70.497 | ||||||||
| Overige overheidsbijdragen en subsidies | 701 | 387 | 1.020 | ||||||||
| College -en cursusgelden | 5.799 | 5.651 | 6.236 | ||||||||
| Opbrengst werk i.o.v. derden | 1.033 | 706 | 649 | ||||||||
| Overige baten | 4.997 | 5.436 | 1.027 | ||||||||
| Totaal baten | 86.887 | 84.009 | 79.430 | ||||||||
| Personeelslasten | 64.129 | 61.356 | 60.047 | ||||||||
| Afschrijvingen | 5.459 | 5.542 | 5.439 | ||||||||
| Overige waardeveranderingen immateriële en materiële vaste activa | 2.497 | 0 | 0 | ||||||||
| Huisvestingslasten | 4.535 | 4.588 | 4.170 | ||||||||
| Overige lasten | 11.200 | 12.289 | 10.525 | ||||||||
| Totaal lasten | 87.818 | 83.775 | 80.181 | ||||||||
| Saldo baten en lasten | -932 | 235 | -751 | ||||||||
| Opbrengsten effecten en vorderingen die behoren tot vaste activa | 19 | 0 | 16 | ||||||||
| Financiële baten & lasten | -38 | -24 | -131 | ||||||||
| Waardeverandering vordering vaste activa | -190 | 0 | 84 | ||||||||
| -209 | -24 | -30 | |||||||||
| Resultaat voor belastingen | -1.141 | 211 | -781 | ||||||||
| Belastingen resultaat | 0 | 0 | -2 | ||||||||
| Netto resultaat | -1.141 | 211 | -783 |
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2022
| (Bedragen x € 1.000) | |||||||||||||
| 2022 | 2021 | ||||||||||||
| Saldo baten en lasten | -932 | -751 | |||||||||||
| Aanpassingen voor: | |||||||||||||
| Afschrijvingen (en overige waardeveranderingen) | 7.544 | 5.439 | |||||||||||
| Mutatie voorzieningen | -144 | -52 | |||||||||||
| 7.400 | 5.387 | ||||||||||||
| Veranderingen in werkkapitaal: | |||||||||||||
| Mutatie operationele vorderingen | -3.146 | -82 | |||||||||||
| Mutatie operationele schulden | 2.506 | -305 | |||||||||||
| 6.759 | 4.999 | ||||||||||||
| Kasstroom uit bedrijfsoperaties | 5.827 | 4.249 | |||||||||||
| Rentebaten en soortgelijke opbrengsten | 0 | 3 | |||||||||||
| Rentelasten en soortgelijke kosten | -39 | -134 | |||||||||||
| Ontvangen dividenden en opbrengsten effecten | 19 | 16 | |||||||||||
| Waardeverandering vordering vaste activa | -190 | 84 | |||||||||||
| Betaalde winstbelasting | 0 | -3 | |||||||||||
| -210 | -33 | ||||||||||||
| Kasstroom uit operationele activiteiten | 5.618 | 4.216 | |||||||||||
| Investeringen in materiële vaste activa | -4.485 | -3.713 | |||||||||||
| (Des)Investeringen in financiële vaste activa | 183 | -58 | |||||||||||
| Kasstroom uit investeringsactiviteiten | -4.303 | -3.771 | |||||||||||
| Netto kasstroom | 1.315 | 445 | |||||||||||
| Liquide middelen | |||||||||||||
| Liquide middelen einde boekjaar | 30.127 | 28.812 | |||||||||||
| Liquide middelen begin boekjaar | 28.812 | 28.367 | |||||||||||
| Toename/afname liquide middelen | 1.315 | 445 |
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling geconsolideerd
1 Algemene toelichting
1.1 Activiteiten
De stichting heeft tot doel een bijdrage te leveren aan het hoger beroepsonderwijs, in het bijzonder op het gebied van de kunsten en aanverwante gebieden, en aan de ontwikkeling van beroepen waarop dit onderwijs gericht is, door:
- het verzorgen van hoger beroepsonderwijs en van daarmee samenhangende onderwijssoorten, alsmede van post-hoger onderwijs;
- het verrichten van onderzoek;
- overdracht van kennis aan de samenleving voor zover dit verband houdt met alle andere vormen van maatschappelijke dienstverlening die voor het doel bevorderlijk kunnen zijn.
- het in stand houden en ontwikkelen van een of meer instellingen van hoger onderwijs, waaronder de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten;
- het samenwerken met andere onderwijsinstellingen, organisaties en personen die eenzelfde of verwante doelstelling nastreven.
Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2022, dat loopt over de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022.
De instelling Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten verzorgt hoger onderwijs op algemene grondslagen met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing.
1.2 Vestigingsadres, rechtsvorm en inschrijfnummer handelsregister
De stichting is feitelijk gevestigd op Jodenbreestraat 3, Postbus 15079, 1001 MB te Amsterdam en staat ingeschreven bij het handelsregister onder nummer 41210838.
1.3 Stelselwijzigingen
Een éénmaal gekozen stelsel wordt gehandhaafd, tenzij de wet of de RJ een stelselwijziging vereist, of indien wijziging leidt tot beter inzicht.
1.4 Schattingen
Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de leiding van de stichting zich verschillende oordelen en schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten.
1.5 Consolidatie
In de consolidatie worden de financiële gegevens opgenomen van stichting Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten samen met haar rechtspersonen waarop zij overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft. Dit zijn rechtspersonen waarin stichting Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten direct of indirect overheersende zeggenschap kan uitoefenen doordat zij beschikt over de meerderheid van de stemrechten of op enige andere wijze de financiële en operationele activiteiten kan beheersen.
De rechtspersonen waarop zij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover zij de centrale leiding heeft, worden voor 100% in de consolidatie betrokken.
De in de consolidatie begrepen rechtspersonen zijn:
- Stichting CvA Online, Amsterdam
- CvA Online B.V., Amsterdam
- Stichting Jacques Vonk Fonds, Amsterdam
- Stichting Musici van Morgen, Amsterdam
- Stichting Muziek is Meer, Amsterdam
- Nuyts’ Stichting, Amsterdam
- Stichting Snellebrand Studiereisfonds van de Vereniging voor Voortgezet en Hoger Bouwkunstonderricht, Amsterdam
- Willem Kromhout Stichting Steunfonds voor de Academie van Bouwkunst te Amsterdam
Intercompany‑transacties, intercompany‑winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd, voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de groep zijn gerealiseerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany‑transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering.
Buiten de consolidatie blijven rechtspersonen, die afzonderlijk en gezamenlijk van te verwaarlozen betekenis zijn.
1.6 Verbonden partijen
Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van de stichting en nauwe verwanten zijn verbonden partijen.
Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van inzicht.
1.7 Toelichting op het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Onder de investeringen in materiële vaste activa zijn alleen opgenomen de investeringen waarvoor in 2022 geldmiddelen zijn opgeofferd.
Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.
2 ALGEMENE GRONDSLAGEN
2.1 Algemeen
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de jaarverslaggeving.
Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, en de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.
2.2 Vergelijking met vorig jaar
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar, met uitzondering van de toegepaste stelsel- en schattingswijzigingen zoals opgenomen in de desbetreffende paragrafen.
2.3 Operationele leasing
Bij de stichting kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de stichting ligt. Leasebetalingen worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de staat van baten en lasten over de looptijd van het contract.
2.4 Financiële instrumenten
De stichting maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten. De stichting heeft geen financiële instrumenten die leiden tot significante renterisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s. De in de balans vermelde bedragen betreft de nominale waarde, die gelijk is aan de reële waarde.
2.5 Continuïteit van de activiteiten
De jaarrekening is opgesteld uitgaande van een continuïteitsveronderstelling. De gevolgen van COVID-19 zijn hierbij in acht genomen en nader in de jaarrekening toegelicht bij "Gebeurtenissen na balansdatum" Hierbij is, naar onze mening, geen sprake van materiële onzekerheid over de continuïteit.
3 GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA
3.1 Materiële vaste activa:
3.1.1 Gebouwen, terreinen en erfpacht
De gebouwen, terreinen en erfpachtrechten, worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname. De activeringsgrens is € 12.500.
3.1.2 Inventaris en apparatuur
Aanschaffingen van inventaris en apparatuur worden gewaardeerd op aanschaffingswaarde, verminderd met de lineair berekende afschrijving gebaseerd op de economische levensduur, waarbij de activeringsgrens € 1.000 is. Voor de vaststelling of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar betreffende paragraaf.
3.2 Financiële vaste activa
Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs. Als resultaat wordt in aanmerking genomen het in het verslagjaar gedeclareerde dividend van de deelneming, waarbij niet in contanten uitgekeerde dividenden worden gewaardeerd tegen reële waarde.
Indien sprake is van een bijzondere waardevermindering vindt waardering plaats tegen realiseerbare waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de staat van baten en lasten.
De onder de financiële vaste activa opgenomen effecten en obligaties worden gewaardeerd tegen koerswaarde per balans datum. De koersresultaten worden getoond in het betreffende boekjaar.
3.3 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
De stichting beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort.
Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en bedrijfswaarde. Een bijzonder‑waardeverminderingsverlies wordt direct als last verwerkt in de winst‑en‑verliesrekening onder gelijktijdige verlaging van de boekwaarde van het betreffende actief. De opbrengstwaarde wordt in eerste instantie ontleend aan een bindende verkoopovereenkomst; als die er niet is, wordt de opbrengstwaarde bepaald met behulp van de actieve markt waarbij normaliter de gangbare biedprijs geldt als marktprijs. De in aftrek te brengen kosten bij het bepalen van de opbrengstwaarde zijn gebaseerd op de geschatte kosten die rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan de verkoop en nodig zijn om de verkoop te realiseren.
Voor de bepaling van de bedrijfswaarde wordt een inschatting gemaakt van de toekomstige netto kasstromen bij voortgezet gebruik van het actief/de kasstroom-genererende eenheid; vervolgens worden deze kasstromen contant gemaakt waarbij een disconteringsvoet wordt. De disconteringsvoet geeft geen risico's weer waarmee in de toekomstige kasstromen al rekening is gehouden. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord.
Ook voor financiële instrumenten beoordeelt de vennootschap op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt de stichting de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen, en verwerkt dit direct in de winst‑en‑verliesrekening.
Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument. Het waardeverminderingsverlies dat daarvoor opgenomen was, dient te worden teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de winst‑ en verliesrekening verwerkt.
3.4 Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen.
3.5 Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. De liquide middelen zijn opgenomen tegen nominale waarde en zijn vrij beschikbaar.
3.6 Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen.
3.7 Algemene reserve
De algemene reserve is het vrij aanwendbare gedeelte van het eigen vermogen. Aan dit gedeelte van het eigen vermogen is noch door het College van Bestuur, noch door een derde, een bestedingsbeperking verbonden. De algemene reserve is opgebouwd uit exploitatieoverschotten.
3.8 Bestemmingsreserves
De bestemmingsreserves zijn het gedeelte van het eigen vermogen waaraan het College van Bestuur een specifieke bestemming heeft gegeven.
3.9 Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen, die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is, dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen, die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen.
De voorzieningen worden onderscheiden naar aard en doel. Toevoegingen aan de voorzieningen vinden plaats door dotaties ten laste van de staat van baten en lasten. De onttrekkingen vinden rechtstreeks plaats ten laste van de betreffende voorziening.
Voorziening ambtsjubilea
Op basis van Richtlijn 271 van de Raad voor de Jaarverslaggeving is een voorziening opgenomen voor verplichtingen uit hoofde van toekomstige uitkeringen bij ambtsjubilea van personeelsleden. De voorziening is opgenomen tegen de contante waarde van de toekomstige uitbetalingen en is afhankelijk van de ingeschatte blijfkans, gemiddelde salarisstijging en disconteringsvoet. De werkelijke jubilea-uitkeringen worden ten laste van deze voorziening gebracht.
Voorziening wachtgeld
Deze voorziening betreft de toekomstige uitgaven voor personeel dat in 2022 of eerder met ontslag is gegaan. De voorziening wordt berekend op basis van de contante waarde van een verwachte bijdrage aan het wachtgeld conform de geldende CAO. Voor het bovenwettelijk deel wordt hierbij uitgegaan van 39% bijdrage.
Voorziening sociaal beleid
Deze voorziening heeft betrekking op kosten in verband met de reorganisatie van activiteiten en wordt slechts gevormd indien een feitelijke of juridische verplichting is ontstaan. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks vastgesteld aan de hand van de verwachte ontslagvergoedingen en reorganisatiekosten.
Voorziening DI-uren
Deze voorziening heeft betrekking op kosten in verband met "duurzame inzetbaarheid".
Voorziening WS-uren
Deze voorziening heeft betrekking op kosten in verband met "werktijdvermindering senioren".
3.10 Kortlopende schulden
Dit betreffen schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar. Kortlopende schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde van de schuld.
4 GRONDSLAGEN VOOR HET BEPALEN VAN HET RESULTAAT
4.1 Algemeen
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over dat jaar. De opbrengsten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd. De kosten worden toegerekend aan het jaar waarop deze betrekking hebben.
4.2 Opbrengstverantwoording
Netto-omzet omvat de opbrengsten uit levering van goederen en diensten en gerealiseerde projectopbrengsten uit hoofde van onderhanden projecten onder aftrek van kortingen en dergelijke en van over de omzet geheven belastingen. Verantwoording van opbrengsten uit de levering van diensten geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum, in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.
4.3 Rijksbijdragen
De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten.
Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor is verricht per balansdatum wordt verantwoord onder de overlopende passiva.
Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum.
4.4 Collegegelden studenten en cursusgelden:
De collegegelden studenten worden ten gunste van het resultaat verantwoord naar rato van het verstrijken van het collegejaar. De cursusresultaten uit hoofde van contractactiviteiten worden verantwoord naar rato van de looptijd van de cursus
4.5 Opbrengst werk i.o.v. derden
Onder de baten werk in opdracht van derden staan de projectopbrengsten van de door derden beschikbaar gestelde subsidiegelden. Voor subsidieprojecten, worden de projectopbrengsten en de projectkosten verwerkt als baten en lasten in de exploitatierekening naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum.
4.6 Overige baten
De overige baten bestaan uit baten verhuur, detachering, sponsoring en overige baten. Opbrengsten uit dienstverlening geschieden naar rato van de verrichte prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum en in verhouding tot in totaal te verrichten diensten onder de voorwaarde dat het resultaat betrouwbaar kan worden geschat. De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord.
4.7 Verbonden partijen zonder invloed van betekenis
Er is een binding met ODE Energie BV, in welke de AHK een minderheidsbelang heeft van 10%. Consolidatie heeft niet plaatsgevonden vanwege het niet voldoen aan de grens van 5% van het balanstotaal.
4.9 Personeelsbeloningen
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers respectievelijk de belastingautoriteit.
4.10 Pensioenen
De stichting heeft een toegezegde-pensioenregeling. Deze regeling wordt gefinancierd door afdrachten aan de pensioenuitvoerder, te weten het bedrijfstakpensioenfonds ABP. De pensioenverplichtingen worden gewaardeerd volgens de “verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering”. In deze benadering wordt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de staat van baten en lasten verantwoord. Ultimo 2022 (en 2021) waren er voor de stichting geen pensioenvorderingen en geen verplichtingen naast de betaling van de jaarlijkse aan de pensioenuitvoerder verschuldigde premie. Naar de stand per 31 december 2022 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 110,9%.
4.11 Afschrijvingen op materiële vaste activa
Afschrijvingskosten vormen een aparte regel in de winst- en verliesrekening. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast.
4.12 Financiële baten en lasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.
4.13 Koersresultaten
Onder koersresultaten wordt verstaan het behaalde resultaat (gerealiseerd en ongerealiseerd) door de aan-, en verkoop van effecten/obligaties en de koerswaarde per balansdatum.
4.14 Belastingen over de winst of het verlies
De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de geconsolideerde winst‑en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare, fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet‑aftrekbare kosten. Ook wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.
5 FINANCIËLE INSTRUMENTEN EN RISICOBEHEERSING
5.1 Valutarisico
Er wordt door de stichting geen valutarisico gelopen omdat transacties nagenoeg volledig in euro's worden verricht.
5.2 Rente- en kasstroomrisico
Er zijn geen rentedragende vorderingen en rentedragende langlopende en kortlopende schulden, waardoor er hiertoe geen renterisico's worden gelopen.
5.3 Kredietrisico
Er bestaat geen risico omdat de liquide middelen uitstaan bij de schatkist, Rabobank en Bunqbank, die minimaal een A-rating hebben.
5.4 Liquiditeitsrisico
De Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten beschikt over voldoende eigen middelen en heeft ook geen langlopende kredietfaciliteiten. Het liquiditeitsrisico is daardoor nihil.
Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2022
Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2022
(Bedragen x € 1.000)
Materiële vaste activa
| 31 dec 2022 | 31 dec 2021 | ||||||||
| Bedrijfsgebouwen | 54.854 | 57.317 | |||||||
| Terreinen | 532 | 532 | |||||||
| Inventaris | 7.713 | 7.218 | |||||||
| Erfpacht | 3.599 | 3.778 | |||||||
| Overige materiële vaste activa | 2.379 | 3.291 | |||||||
| 69.078 | 72.137 |
Het verloop van de materiële activa is als volgt weer te geven:
| Vooruitbet | |||||||||||||
| Gebouwen | Terreinen | Inventaris | Erfpacht | op MVA | Totaal | ||||||||
| Stand per 1 januari 2022 | |||||||||||||
| Aanschaffingen | 111.719 | 532 | 26.789 | 6.079 | 3.291 | 148.410 | |||||||
| Cum. afschrijvingen | -54.402 | 0 | -19.571 | -2.301 | 0 | -76.274 | |||||||
| Boekwaarde begin | 57.849 | 532 | 7.218 | 3.778 | 3.291 | 72.669 | |||||||
| Mutatie van de boekwaarde | |||||||||||||
| Investeringen | 1.513 | 2.136 | 3.165 | 6.814 | |||||||||
| Herwaardering | -2.472 | -2.472 | |||||||||||
| Desinv. op aanschafw. | -529 | -65 | -130 | -1.605 | -2.329 | ||||||||
| Desinv. op afschr.wrd | 259 | 57 | 70 | 386 | |||||||||
| Afschrijvingen | -3.706 | -1.632 | -120 | 0 | -5.459 | ||||||||
| Saldo mutaties | -2.463 | 0 | 495 | -179 | -912 | -3.059 | |||||||
| Stand per 31 december 2022 | |||||||||||||
| Aanschafprijs | 112.703 | 532 | 28.860 | 5.949 | 2.379 | 150.424 | |||||||
| Cum. afschrijvingen | -57.849 | 0 | -21.146 | -2.351 | 0 | -81.346 | |||||||
| Boekwaarde einde | 54.854 | 532 | 7.713 | 3.599 | 2.379 | 69.078 |
Gebouwen en terreinen
- Overhoeksplein 2, Amsterdam.
- Hortusplantsoen 1-3, Amsterdam.
- Waterlooplein 211-219, Amsterdam.
- Jodenbreestraat 3, Amsterdam.
- Kattenburgerstraat 5, Amsterdam
- Markenplein 1, Amsterdam
- Marineterrein, Amsterdam
- Oosterdokskade 151
Verbouwingen gerealiseerd t/m 2000 worden afgeschreven volgens de tot dan gehanteerde termijn van 20 jaar. Investeringen in gebouwen en verbouwingen vanaf 2001 worden als volgt afgeschreven: (Op de terreinen wordt niet afgeschreven)
| Casco | 60 jaar |
| Afbouw | 30 jaar |
| Inbouwpakket en technische installaties | 15 jaar |
Inventaris en apparatuur
De afschrijvingen op inventaris en apparatuur worden naar tijdsgelang vanaf het moment van ingebruikneming van het actief berekend over de aanschaffingswaarden en zijn gebaseerd op de volgende percentages:
| Muziekinstrumenten | 5% - 10% | |
| Inrichting | 3,33% - 5% - 6,67% - 10% | |
| Apparatuur | 10% - 20% | |
| Audiovisuele app. | 10% - 16,67% - 20% | |
| Informatica | 14,29% - 25% |
Erfpacht
Het erfpachtrecht van de terreinen aan de Jodenbreestraat, het Markenplein, de Oosterdokskade, het Overhoeksplein en het Waterlooplein is voor 50 jaar afgekocht. De afschrijving wordt vanaf het moment van vestiging van het erfpachtrecht berekend. De afschrijving op erfpacht bedraagt 2% per jaar.
Financiële vaste activa
| 31 dec 2022 | 31 dec 2021 | ||||||||
| Aandeel in deelnemingen (ODE Energie BV) | 123 | 123 |
De deelneming betreft ODE Energie B.V., statutair gevestigd te Amsterdam, ingeschreven bij het handelsregister onder nummer 27293417, en handelt om een informele kapitaalstorting aan de B.V. Zij is opgericht ten behoeve van de ontwikkeling van het LTEO-systeem voor het Conservatorium van Amsterdam. Er is hier geen sprake van een deelneming waarin de rechtspersoon invloed van betekenis uitoefent op het zakelijke en financiële beleid.
Overige effecten
| Effecten Rabobank | |||||||
| 2022 | 2021 | ||||||
| Boekwaarde begin | 1.208 | 1.150 | |||||
| Aankopen | 199 | 461 | |||||
| Verkopen | -190 | -487 | |||||
| Koersresultaat | -192 | 84 | |||||
| Totaal mutaties | -183 | 58 | |||||
| Boekwaarde einde | 1.025 | 1.208 |
De effecten worden gewaardeerd tegen koerswaarde per balansdatum.
De effecten staan ter vrije beschikking van de stichtingen.
Vorderingen en overlopende activa
| 31 dec 2022 | 31 dec 2021 | ||||||||||||
| Debiteuren | |||||||||||||
| Studenten/cursisten | 351 | 396 | |||||||||||
| Voorziening dubieuze debiteuren | -120 | -100 | |||||||||||
| Overige debiteuren | 235 | 128 | |||||||||||
| 467 | 424 | ||||||||||||
| Belastingen en premies soc.verzekeringen | |||||||||||||
| Dividendbelasting | 8 | 4 | |||||||||||
| 8 | 4 | ||||||||||||
| Overige vorderingen | |||||||||||||
| Vooruitbetaalde kosten | 885 | 668 | |||||||||||
| Te ontvangen bedragen | 3.209 | 331 | |||||||||||
| Waarborgsom | 106 | 97 | |||||||||||
| Voorschotten | 111 | 112 | |||||||||||
| Overige | 7 | 9 | |||||||||||
| 4.318 | 1.216 |
Liquide middelen
| 31 dec 2022 | 31 dec 2021 | ||||||||||||
| Rekening-courant bank | |||||||||||||
| Rekening-courant Rabobank | 214 | 264 | |||||||||||
| Rekening-courant Bunqbank | 307 | 285 | |||||||||||
| Schatkistbankieren | 29.450 | 28.090 | |||||||||||
| Rekening-courant ING Bank | 135 | 143 | |||||||||||
| 30.106 | 28.782 | ||||||||||||
| Kas | 21 | 31 |
De direct opeisbare tegoeden bij de bankinstellingen bedragen 2022 K€ 30.106 (2021: K€ 28.782).
Groepsvermogen
Het eigen vermogen wordt in de toelichting bij de enkelvoudige balans nader toegelicht.
| Eigen vermogen | |||||||||||||
| Algemene | Best.-reserve | Best.-reserve | Best.fonds | ||||||||||
| reserve | (publiek) | (privaat) | (privaat) | Totaal | |||||||||
| Boekwaarde 1/1/2021 | 12.036 | 75.605 | 2.036 | 1.062 | 90.739 | ||||||||
| Resultaatbestemming | -925 | 12 | 159 | -29 | -783 | ||||||||
| Overige mutaties | 2.322 | -2.397 | 75 | 0 | |||||||||
| Totaal mutaties | 1.397 | -2.385 | 234 | -29 | -783 | ||||||||
| Boekwaarde einde | 13.433 | 73.220 | 2.270 | 1.033 | 89.956 | ||||||||
| Algemene | Best.-reserve | Best.-reserve | Best.fonds | ||||||||||
| reserve | (publiek) | (privaat) | (privaat) | Totaal | |||||||||
| Boekwaarde 1/1/2022 | 13.433 | 73.220 | 2.270 | 1.033 | 89.956 | ||||||||
| Resultaatbestemming | -2.184 | 1.259 | -187 | -29 | -1.141 | ||||||||
| Overige mutaties | 6.618 | -6.618 | 0 | ||||||||||
| Totaal mutaties | 4.434 | -5.360 | -187 | -29 | -1.142 | ||||||||
| Boekwaarde einde | 17.867 | 67.860 | 2.083 | 1.004 | 88.814 |
Voorzieningen
| Personeelsvoorzieningen | |||||||
| Voorz. wacht-gelden | Voorz. ambts-jubilea | Voorz. sociaal beleid | Voorz. DI-uren | Voorz. WS-uren | Totaal | ||
| Boekwaarde begin | -496 | -365 | -27 | -403 | -910 | -2.201 | |
| Dotatie | -133 | -21 | 0 | 0 | -14 | -168 | |
| Onttrekkingen | 158 | 0 | 4 | 0 | 0 | 162 | |
| Vrijval | 77 | 0 | 6 | 67 | 0 | 150 | |
| Totaal mutaties | 102 | -21 | 10 | 67 | -14 | 144 | |
| Boekwaarde einde | -394 | -386 | -17 | -336 | -924 | -2.057 | |
| Uitsplitsing personeelsvoorzieningen | |||||||
| Kortlopend | Langlopend | Langlopend | Totaal | ||||
| < 1 jaar | 1 jr < 5 jr | > 5 jaar | |||||
| Voorziening wachtgelden | -262 | -132 | 0 | -394 | |||
| Voorziening ambtsjubilea | -22 | -184 | -180 | -386 | |||
| Voorziening sociaal beleid | -7 | -10 | 0 | -17 | |||
| Voorziening DI-uren | -66 | -270 | 0 | -336 | |||
| Voorziening WS-uren | -282 | -642 | 0 | -924 | |||
| Totaal | -639 | -1.238 | -180 | -2.057 |
| 31 dec 2022 | 31 dec 2021 | ||||||||||||
| Vooruitontvangen bedragen | |||||||||||||
| Vooruitontvangen collegegelden | 3.745 | 2.486 | |||||||||||
| Vooruitontvangen OCS-subsidies/termijnen overheid | 1.756 | 906 | |||||||||||
| Overige vooruitontvangen termijnen | 72 | 390 | |||||||||||
| 5.572 | 3.782 | ||||||||||||
| Schulden aan leveranciers en handelskredieten | |||||||||||||
| Crediteuren | 1.455 | 1.272 | |||||||||||
| 1.455 | 1.272 | ||||||||||||
| Belastingen en premies sociale verzekeringen te betalen | |||||||||||||
| Te betalen omzetbelasting | 80 | 88 | |||||||||||
| Onroerendzaakbelasting | 11 | 160 | |||||||||||
| Loonheffing | 2.546 | 2.235 | |||||||||||
| 2.637 | 2.484 | ||||||||||||
| Schulden ter zake van pensioenen | |||||||||||||
| Pensioenen | 766 | 720 | |||||||||||
| 766 | 720 | ||||||||||||
| Overige schulden | |||||||||||||
| Te betalen vakantiegeld en -dagen | 2.037 | 1.815 | |||||||||||
| Te betalen salarissen | 23 | 2 | |||||||||||
| Nog te betalen kosten | 1.653 | 1.443 | |||||||||||
| Nog te betalen waarborg leerlingen | 66 | 67 | |||||||||||
| Nog te betalen tegoeden medewerkers/leerlingen | 0 | 97 | |||||||||||
| Te betalen IND leges | 0 | 6 | |||||||||||
| Vooruitgefactureerde leermiddelenbijdragen | 24 | 48 | |||||||||||
| Overige schulden | 43 | 32 | |||||||||||
| 3.846 | 3.511 |
Vooruit ontvangen college- en cursusgelden
Op basis van de RJ-richtlijnen dient alleen het door de student daadwerkelijk vooruitbetaald collegegeld voor de periode januari tm augustus 2023 als vooruit ontvangen collegelden te worden verantwoord.
Vakantiegeld/vakantiedagen
Dit betreft de verschuldigde vakantietoeslag over de periode juni tot en met december 2022. Tevens is hier de verplichting i.h.k.v. niet opgenomen vakantiedagen opgenomen.
Model G. Verantwoording subsidies
G1. Subsidies waarbij het eventueel niet aangewende deel van de subsidie, mits de activiteiten volledig zijn uitgevoerd, kan worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt.
| Omschrijving | Toewijzing | De activiteiten zijn ultimo verslagjaar conform de | |||||||||
| Kenmerk / | subsidiebeschikking geheel uitgevoerd en | ||||||||||
| Datum | afgerond | ||||||||||
| Subsidieregeling extra hulp voor de klas | COHO21-20029 | ||||||||||
| 10- 7-2021 | Nee | ||||||||||
G2A. Subsidies die uitsluitend mogen worden aangewend voor het doel waarvoor de subsidie is verstrekt, aflopend per ultimo verslagjaar
Bedragen in euro's
| Omschrijving | Toewijzing | Bedrag van de toewijzing | Ontvangen t/m vorig verslagjaar | Subsidiabele kosten t/m vorig verslagjaar | Saldo per 1 januari verslagjaar | Ontvangen in verslagjaar | Subsidiabele kosten in verslagjaar | Te verrekenen per 31 december verslagjaar |
| Kenmerk/Datum | ||||||||
| Subsidieregeling coronabanen in het onderwijs | COHO210015 / 13/4/2021 | € 145.429 | € 145.429 | € 89.654 | € 55.775 | 0 | 0 | € 55.775 |
| Totaal: | € 145.429 | € 145.429 | € 89.654 | € 55.775 | 0 | 0 | € 55.775 |
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen
Huur
Dit betreft de huurovereenkomst ten behoeve van studioruimte voor de Pop-opleiding van het Conservatorium van Amsterdam tot en met juli 2024, jaarlijks K€ 182;
Dit betreft de huurovereenkomst Distelweg ten behoeve van de Breitner academie tot 31 maart 2026, jaarlijks K€ 43;
Dit betreffen de huurovereenkomst met Rijksvastgoedbedrijf ten behoeve van de huur van diverse ruimten op het Marineterrein te Amsterdam. Jaarlijks ca K€ 320:
- Ruimte 027 ten behoeve van VR Base looptijd 1 juli 2019 tot en met 31 januari 2024;
- Ruimte 024 ten behoeve van Centre Expertise looptijd 1 september 2019 t/m 31 augustus 2024;
- Ruimte 023 ten behoeve van Makerspace looptijd 1 oktober 2018 tot en met 31 augustus 2024;
- Ruimte 027G ten behoeve van Innovation Room (Culture Club) tot en met 31 januari 2025;
Dit betreft de huurovereenkomst met Mettalized ten behoeve van de huur van het pand voor de NBA Nic. Tetterodestraat te Amsterdam, Jaarlijks ca K€ 250.
Er is geen sprake van een verplichting tot herstel na afloop van het gebruik van de gebouwen.
Diensten
Dit betreft:
- Het schoonmaakcontract voor alle panden van de hogeschool tot maart 2025, jaarlijks ca K€ 891. Het onderhoudscontract voor de gebouwinstallaties van de panden van de AHK tot 14 april 2024, jaarlijks ca K€ 363. Het contract met betrekking tot de glasbewassing tot en met maart 2024, jaarlijks ca K€ 93. De overeenkomst voor het virtueel data center van de ICT diensten van de hogeschool tot mei 2023, jaarlijks ca K€ 108.
- Het leasecontract met betrekking tot de multifunctionele afdrukapparatuur tot oktober 2024, jaarlijks ca K€ 92.
- De overeenkomst voor het studenteninformatiesysteem is tot augustus 2024, jaarlijks ca K€ 65.
- De overeenkomst voor telefonie bestaat uit internet en redundant netwerk en is tot augustus 2023, jaarlijks ca K€ 37.
Energie
- De hogeschool heeft een overeenkomst voor het verbruik van gas tot december 2025. De verplichting is een schatting van de te maken kosten op basis van verbruik in het verleden. Het kan jaarlijks K€ 200 bedragen.
- De hogeschool heeft een overeenkomst voor het verbruik van elektriciteit tot december 2025. De verplichting is een schatting van de te maken kosten op basis van verbruik in het verleden. Het kan jaarlijks k€ 277 bedragen.
Voor de levering van gas en elektriciteit is een contract afgesloten met een netbeheerder. Dit is een overeenkomst voor onbepaalde tijd zolang geleverd wordt (jaarlijks ca K€100). Voor deze verplichting is vanwege de lange duur van de overeenkomst derhalve geen geldbedrag vermeld.
- Voor het gebouw aan de Oosterdokskade en Overhoeksplein is een meerjarige overeenkomst tot 2039 afgesloten voor de levering van energie uit het lange termijn energie opslag systeem (LTEO) van het Oosterdok (jaarlijks ca K€ 189). Voor deze verplichting is vanwege de lange duur van de overeenkomst derhalve geen geldbedrag vermeld.
- Voor de gebouwen aan het Markenplein en Jodenbreestraat zijn meerjarige overeenkomsten afgesloten voor de levering van energie uit stadswarmte (jaarlijks ca K€ 69 en ca K€ 14). Voor deze verplichting is vanwege de lange duur van de overeenkomst derhalve geen geldbedrag vermeld.
Ver- en nieuwbouwprojecten
De hogeschool heeft met diverse leveranciers voor de lopende verbouw -en/of nieuwbouwprojecten overeenkomsten gesloten.
| Meerjarige verplichtingen | |||||||||
| Categorie | < 1 jaar | 1 jr < 5 jr | > 5 jaar | Totaal | |||||
| Huur | 736 | 1.497 | 4.869 | 7.102 | |||||
| Diensten | 1.627 | 1.463 | 0 | 3.090 | |||||
| Energie | 778 | 2.101 | 3.273 | 6.152 | |||||
| Totaal | 3.141 | 5.061 | 8.142 | 16.344 | |||||
| Bedragen x € 1.000 |
Gebeurtenissen na balansdatum
Geen.
Voorstel tot bestemming van het resultaat over het boekjaar 2022
(bedragen x € 1.000)
Het nettoresultaat over 2022 bedraagt € -1.141. De bestemming van het nettoresultaat is als volgt:
| Onttrekking aan de algemene reserve | -2.184 | ||||||||
| Onttrekking aan de reserve huisvestingsbeleid | 501 | ||||||||
| Onttrekking aan de reserve kwaliteitsafpraken | 848 | ||||||||
| Onttrekking aan het profileringsfonds | -90 | ||||||||
| Onttrekking aan de reserve derde geldstroom | -187 | ||||||||
| Onttrekking aan het bestemmingsfonds (privaat) | -29 | ||||||||
| -1.141 | |||||||||
Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten over 2022
Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten over 2022
| (Bedragen x € 1.000) | |||||||
| 2022 | 2021 | ||||||
| Baten | 86.887 | 79.430 | |||||
| Rijksbijdragen | 74.357 | 70.497 | |||||
| Overige overheidsbijdragen en subsidies | 701 | 1.020 | |||||
| College -en cursusgelden | 5.799 | 6.236 | |||||
| Contractonderwijs / ov.baten i.o.v. derden | 1.033 | 649 | |||||
| Diverse overige baten | 4.990 | 1.027 | |||||
| 86.887 | 79.430 | ||||||
| Personeelskosten | 64.129 | 60.047 | |||||
| Lonen en salarissen | |||||||
| Lonen en salarissen | 53.193 | 49.446 | |||||
| Ziekengeld ontvangen | -134 | -105 | |||||
| Ontvangen werkloosheidsuitkeringen | 6 | 6 | |||||
| Dotatie/vrijval personele voorzieningen | 53 | 346 | |||||
| 53.118 | 49.693 | ||||||
| Uitsplitsing | |||||||
| Brutolonen en salarissen | 41.348 | 38.175 | |||||
| Sociale lasten | 5.328 | 4.992 | |||||
| Pensioenpremies | 6.517 | 6.279 | |||||
| Totaal lonen en salarissen | 53.193 | 49.446 | |||||
| Overige personeelskosten | |||||||
| Kilometervergoeding | 0 | 9 | |||||
| Kosten ARBO | 118 | 116 | |||||
| Personeel niet in loondienst | 9.706 | 9.093 | |||||
| Werving en selectie | 216 | 255 | |||||
| Onbelaste vergoedingen | 27 | 79 | |||||
| Opleidingskosten | 634 | 487 | |||||
| Juridische kosten personeel | 0 | 8 | |||||
| Overige personeelskosten | 310 | 308 | |||||
| 11.011 | 10.354 |
Wet normering topinkomens
WNT-verantwoording 2022 Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten
De WNT is van toepassing op de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Het voor de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten toepasselijke bezoldigingsmaximum voor het onderwijs is in 2022 €168.000, klasse D, totaal 12 complexiteitspunten.
Aantal complexiteitspunten per criterium:
- De totale baten in kalenderjaar 2022 (t-2): 2 complexiteitspunten;
- Het aantal bekostigde leerlingen, deelnemers in 2020 (t-2): 2 complexiteitspunten;
- Het gewogen aantal onderwijssoorten of sectoren: 4 complexiteitspunten.
1. Bezoldiging topfunctionarissen
1a. Leidinggevende topfunctionarissen met dienstbetrekking en leidinggevende topfunctionarissen zonder dienstbetrekking vanaf de 13e maand van de functievervulling
| 2022 | |||
| bedragen x € 1 | L. Verveld | A. Lekkerkerker | |
| Functiegegevens | Voorzitter CvB | Lid CvB | |
| Aanvang en einde functievervulling in 2022 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 31/12 | |
| Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) | 1,0 | 1,0 | |
| Dienstbetrekking? | ja | ja | |
| Bezoldiging | |||
| Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen | 143.761 | 141.709 | |
| Beloningen betaalbaar op termijn | 22.709 | 22.640 | |
| Subtotaal | 166.470 | 164.349 | |
| Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 168.000 | 168.000 | |
| -/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag | N.v.t. | N.v.t. | |
| Totale bezoldiging | 166.470 | 164.349 | |
| Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan | N.v.t. | N.v.t. | |
| Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling | N.v.t. | N.v.t. |
| 2021 | |||
| bedragen x € 1 | L. Verveld | A. Lekkerkerker | |
| Functiegegevens | Voorzitter CvB | Lid CvB | |
| Aanvang en einde functievervulling in 2021 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 31/12 | |
| Omvang dienstverband (als deeltijdfactor in fte) | 1,0 | 1,0 | |
| Dienstbetrekking? | ja | ja | |
| Bezoldiging | |||
| Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen | 139.492 | 137.500 | |
| Beloningen betaalbaar op termijn | 22.133 | 22.067 | |
| Subtotaal | 161.625 | 159.567 | |
| Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 163.000 | 163.000 | |
| Totale bezoldiging | 161.625 | 159.567 |
1c. Toezichthoudende topfunctionarissen
| 2022 | |||
| bedragen x € 1 | J.A. Bruijn | G. Ter Horst | |
| Functiegegevens | Voorzitter | Lid | |
| Aanvang en einde functievervulling in 2022 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 18/10 | |
| Bezoldiging | |||
| Totale bezoldiging | 13.860 | 6.930 | |
| Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 25.200 | 13.394 | |
| -/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag | N.v.t. | N.v.t. | |
| Bezoldiging | 13.860 | 6.930 | |
| Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan | N.v.t. | N.v.t. | |
| Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling | N.v.t. | N.v.t. | |
| 2021 | |||
| bedragen x € 1 | J.A. Bruijn | G. Ter Horst | N. de Klerk |
| Functiegegevens | Voorzitter | Lid | Lid |
| Aanvang en einde functievervulling in 2021 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 16/10 |
| Bezoldiging | |||
| Totale bezoldiging | 13.442 | 8.959 | 7.469 |
| Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 24.450 | 16.300 | 12.861 |
| 2022 | |||
| bedragen x € 1 | E.P. van Maanen | T.E. Monzon | E.J.F.B van Huis |
| Functiegegevens | Lid | Lid | Lid |
| Aanvang en einde functievervulling in 2022 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 31/12 |
| Bezoldiging | |||
| Totale bezoldiging | 9.240 | 9.240 | 9.240 |
| Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 16.800 | 16.800 | 16.800 |
| -/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. |
| Bezoldiging | 9.240 | 9.240 | 9.240 |
| Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. |
| Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling | N.v.t. | N.v.t. | N.v.t. |
| 2021 | |||
| bedragen x € 1 | E.P. van Maanen | T.E. Monzon | E.J.F.B van Huis |
| Functiegegevens | Lid | Lid | Lid |
| Aanvang en einde functievervulling in 2021 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 31/12 |
| Bezoldiging | |||
| Totale bezoldiging | 8.963 | 8.963 | 8.963 |
| Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 16.300 | 16.300 | 16.300 |
| 2022 | |||
| bedragen x € 1 | C. Menso | A. Kortzorg | |
| Functiegegevens | Lid | Lid | |
| Aanvang en einde functievervulling in 2022 | 01/01 – 31/12 | 01/01 – 31/12 | |
| Bezoldiging | |||
| Totale bezoldiging | 9.240 | 9.240 | |
| Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 16.800 | 16.800 | |
| -/- Onverschuldigd betaald en nog niet terugontvangen bedrag | N.v.t. | N.v.t. | |
| Bezoldiging | 9.240 | 9.240 | |
| Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan | N.v.t. | N.v.t. | |
| Toelichting op de vordering wegens onverschuldigde betaling | N.v.t. | N.v.t. | |
| 2021 | |||
| bedragen x € 1 | C. Menso | A. Kortzorg | |
| Functiegegevens | Lid | Lid | |
| Aanvang en einde functievervulling in 2021 | 01/01 – 31/12 | 16/10 - 31/12 | |
| Bezoldiging | |||
| Totale bezoldiging | 8.963 | 2.241 | |
| Individueel toepasselijke bezoldigingsmaximum | 16.300 | 3.439 |
2. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT
Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen met een dienstbetrekking die in 2022 een bezoldiging boven het individueel toepasselijk drempelbedrag hebben ontvangen.
| AFSCHRIJVINGEN | 5.459 | 5.439 | |||||
| Afschrijvingen materiële vaste activa | |||||||
| Afschrijvingen gebouwen | 3.706 | 3.678 | |||||
| Afschrijvingen inventaris | 1.632 | 1.639 | |||||
| Afschrijvingen erfpacht | 120 | 122 | |||||
| 5.459 | 5.439 | ||||||
| Waardeverminderingen van activa | 2.497 | 0 | |||||
| OVERIGE LASTEN | 15.734 | 14.695 | |||||
| Huisvesting | |||||||
| Huur bedrijfshuisvesting | 341 | 332 | |||||
| Overige huurlasten | 401 | 361 | |||||
| Onderhoud huisvesting | 1.121 | 1.026 | |||||
| Energiekosten | 1.162 | 935 | |||||
| Schoonmaakkosten | 1.139 | 1.070 | |||||
| Verzekeringskosten onroerend goed | 137 | 123 | |||||
| Gemeentelijke heffingen | 158 | 207 | |||||
| Overige huisvestingskosten | 75 | 116 | |||||
| 4.535 | 4.170 | ||||||
| Overige lasten | |||||||
| Porti | 43 | 47 | |||||
| Drukwerk | 157 | 98 | |||||
| Kantoorbenodigdheden | 65 | 86 | |||||
| Telefoonkosten (vast) | 289 | 268 | |||||
| Kopieerkosten | 85 | 74 | |||||
| Inventariskosten | 3.028 | 3.384 | |||||
| Kosten onderhoud inventaris | 132 | 108 | |||||
| Automatiseringskosten | 3 | 0 | |||||
| Webhostingkosten | 18 | 7 | |||||
| Overige Administratie -en Beheerlasten | 3.578 | 3.586 | |||||
| Leermiddelen | 2.695 | 2.105 | |||||
| Diverse overige lasten | 1.105 | 761 | |||||
| 11.199 | 10.524 | ||||||
| Uitsplitsing accountantslasten | |||||||
| Onderzoek jaarrekening | 133 | 118 | |||||
| Andere controleopdrachten | 8 | 8 | |||||
| Fiscale adviezen | 0 | 0 | |||||
| Andere niet-controlediensten | 25 | 4 | |||||
| Accountantslasten | 166 | 130 |
| 2022 | 2021 | ||||||
| OPBRENGSTEN EFFECTEN EN VORDERINGEN DIE BEHOREN TOT VASTE ACTIVA | 19 | 16 | |||||
| Opbrengsten effecten | |||||||
| Dividend | 19 | 16 | |||||
| 19 | 16 | ||||||
| Financiële baten & lasten | 39 | 131 | |||||
| Rentebaten en soortgelijke opbrengsten | |||||||
| Rentebaten rekening courant bank | 0 | 4 | |||||
| 0 | 4 | ||||||
| Rentelasten en soortgelijke kosten | |||||||
| Rentelasten rekening-courant banken | 1 | 102 | |||||
| Bankkosten en provisie | 38 | 32 | |||||
| 39 | 134 | ||||||
| Waardeverandering vordering vaste activa | |||||||
| Koersresultaat | 190 | -84 | |||||
| 190 | -84 | ||||||
| Belastingen resultaat | |||||||
| Vennootschapsbelasting | 0 | 2 | |||||
| 0 | 2 |